Mike Foppen in gesprek met Track Team Utrecht

Hij is de snelste Nederlandse 5000 meter-loper. “Voor zo lang als het nog duurt”, geeft hij zelf aan. Maar wat vooral opviel tijdens het gesprek met Mike Foppen, was zijn nuchterheid. Geen grote verhalen, geen mooipraterij. Gewoon een topsporter die open vertelt over zijn twijfels, blessures en hoe hij zoekt naar balans.

Mike kwam langs om zijn ervaringen te delen met ons team. Het werd een avond vol vragen en eerlijke antwoorden. 

In dit bericht kijk ik naar de vragen en zijn antwoorden. Maar ook wat raakt, helpt en blijft hangen.

Vanuit zijn antwoorden kozen we drie belangrijke lessen: luister naar jezelf, vergelijk je niet met anderen en gebruik data als hulpmiddel (niet als waarheid). We zien een topsporter die blijft leren en vooral mens is.

Mike over coaching, keuzes en autonomie

We beginnen bij het begin. Want hoe komt een Nederlandse topatleet eigenlijk bij een Oostenrijkse coach terecht?

Mike vertelde dat hij zijn huidige coach ontmoette tijdens een stage met de nationale selectie. Het klikte meteen. Wat vooral voor hem belangrijk was: autonomie. Zelf blijven nadenken, voelen en kiezen.

“Ik wilde een coach met kennis, maar ook vrijheid. Eerst kijk ik of ik mezelf nog hoor, dan pas naar de rest. Zo kwam ik bij hem uit.”

Het valt op dat hij zichzelf op één zet. Niet uit ego, maar vanuit vertrouwen. Hoe beter je jezelf kent, hoe sterker je keuzes. Mike laat zien dat je kunt groeien als je leert luisteren. Ook naar twijfel. Ook als iets ongemakkelijk voelt.

De kracht van signalen én je eigen route

Twee vragen van teamleden sluiten hier mooi op aan. Ze gaan over data en vergelijken.

Vraag: Hoe hou je je belastbaarheid in de gaten?
Mike: “Ik gebruik een Oura-ring, laat bloed prikken en herken inmiddels patronen. Als mijn temperatuur hoger is, weet ik dat ik moet bijsturen. Dan pas ik liever één training aan dan dat ik weken uitval. Voor de meeste lopers is het vooral belangrijk om hun zwakke schakel te vinden: slaap, voeding, kracht of iets anders. Herken je dat, dan kun je veel blessures voorkomen.”

Vraag: Hoe ga je om met het succes van anderen, zoals Laros of Gressier?
Mike: “Dat steekt weleens. Maar het helpt niet om jaloers te zijn. Ik probeer het juist te gebruiken: als hij het kan, dan kan ik het ook. In een team zie je dat vaak: als één iemand sneller loopt, gaan er ineens tien mee. Zo werkt vooruitgang.”

Twee antwoorden die elkaar mooi aanvullen. De eerste is praktisch: let op je signalen. De tweede gaat over gevoel: blijf op je eigen pad, tempo en vooruitgang, hoe hard anderen ook gaan.

Mike beantwoordt jouw vragen

Hieronder vind je alle andere vragen die zijn gesteld tijdens deze avond. Uiteraard met Mike’s antwoorden.

Voel je je altijd op je plek bij grote wedstrijden?

Nee hoor. Ik heb op vier WK’s gestaan en dacht daar vaak: wat doe ik hier? Pas sinds kort durf ik te denken: ik hoor hier gewoon. Dat gevoel groeit met de jaren.

Elke keer dat je meedoet, verandert je referentie. Je leert jezelf serieuzer te nemen. Ook als je niet wint.

Dat lukt niet altijd. Hardlopen is soms gewoon een rotsport, haha. Het is werk, discipline en een beetje verslaving. Soms helpt het om in een groep te trainen, soms is het lekker weer of een goed nummer op Spotify.

En soms moet ik mezelf gewoon een schop onder m’n kont geven. Dan denk ik: er zijn mensen die om 4 uur opstaan voor hun werk. Dan mag ik niet klagen dat ik “moet” trainen.

Door veel uit te proberen. Ik kreeg al jong uitleg over voeding en ben daarna zelf gaan testen. Wat ik ontdekte: er is niet één perfect dieet. Iedereen is anders. Ik eet gezond, maar ik eet ook chips als ik daar zin in heb.

Je hoeft niet alles af te wegen. Balans is belangrijker.

Ja, ik gebruik ze. Maar niet elke dag. In het verleden trainde ik vooral op gevoel. Mijn Franse coach prikte soms, maar deed er weinig mee. Nu kijk ik er bewuster naar, omdat mijn coach ook inspanningsfysioloog is. Toch denk ik dat veel lopers het overdrijven.

Voor de meeste mensen zijn dingen als goed slapen, regelmatig trainen en genoeg eten veel belangrijker dan een lactaatwaarde.

Dat gebeurt wel eens, ja. Soms zie ik dat ik slecht heb geslapen, maar loop ik tóch een toptraining. Dus je moet niet alles geloven. Data helpen me vooral om risico’s te verkleinen. Als ik iets afwijkends zie, pas ik een training aan. Maar op een wedstrijddag kijk ik er juist helemaal niet naar. Dan telt maar één ding: lopen.

Waarschijnlijk niet. Ik heb het een paar keer geprobeerd, maar het ligt me niet zo. Het past ook slecht in mijn planning. In november pieken lukt gewoon niet als je in september nog een WK loopt. Dan kies ik liever voor wegwedstrijden zoals de Zevenheuvelenloop. Die blijft speciaal.

Niet echt. Ik krijg die vraag vaak. Maar de lange duurloop is nu al de zwaarste training van de week. Meestal doe ik 20 tot 25 kilometer en dat vind ik lang zat. Misschien loop ik volgend jaar een halve, in Barcelona. Maar voorlopig blijf ik bij de 5 en 10 km. Daar is nog genoeg te winnen.

Bij wedstrijden niet zoveel. Je krijgt één outfit per jaar en die moet je dragen, ook als hij roze is. Bij trainingsschoenen heb ik meer vrijheid. Soms test ik andere modellen. Inmiddels heeft elk merk wel goede schoenen, dus dat is makkelijker geworden.

Je bent altijd welkom

Wat deze avond liet zien: het gesprek is minstens zo waardevol als het lopen zelf.
Loop je met vragen rond over je eigen route? Zoek je een team of coach die met je meedenkt?

Je bent welkom. Bij een training, een kennismaking of een inspirerende avond zoals deze.
Stuur gerust een bericht of sluit vrijblijvend aan.

Interessante berichten